Nachhaltig

LAB42: slim en duurzaam nieuw faculteitsgebouw van de UvA

© Drees & Sommer

Dit collegejaar opende LAB42, het nieuwe universiteitsgebouw voor de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Door de toename van studenten, medewerkers en nieuwe samenwerkingen met de wetenschap en het bedrijfsleven is naast het hoofdgebouw van de FNWI een nieuw gebouw gerealiseerd op het Science Park in Amsterdam. LAB42 is vooral een slim gebouw geworden. Schooldomein sprak met de project- en programmamanager van de UvA, Marlies Veldman, architect Joost Vos van Benthem Crouwel Architects, projectmanager Michel van Gageldonk en senior construction manager Rik ter Haar, beiden van Drees & Sommer Netherlands. Drees & Sommer verzorgde de directievoering en het toezicht op de realisatie van de nieuwbouw. Samen met IsolveProblems begeleidde het projectmanagement- en vastgoedadviesbureau de contractvorming, aanbestedingen en de optimalisatietrajecten.

Dit artikel verscheen in Schooldomein

Wetenschap en bedrijfsleven 
“Bètawetenschappen groeit hard”, zegt Marlies Veldman. “Daarom was er behoefte aan een extra gebouw, specifiek gericht op informatiewetenschappen en Artificial Intelligence (AI). We wilden een omgeving creëren waarin onderzoek, onderwijs, ondernemen en ontmoeten met elkaar verbonden zijn. Dat studenten tijdens hun studie meer met het bedrijfsleven in contact kunnen komen en vice versa. Dit gebouw faciliteert dat.”

Toegevoegde openbare ruimte
Het Science Park in Amsterdam Oost ligt acentrisch en veel mensen kennen dit gebied nog niet. Bij de realisatie van LAB42 heeft de UvA de directe stakeholders betrokken bij de opgave een open en transparant gebouw te maken. “Direct betrokkenen werden uitgenodigd om mee te denken over verschillende plekken in en om het gebouw waar mensen kunnen samenkomen”, zegt architect Joost Vos. “Er is een helder masterplan gemaakt met een netwerk van voet- en fietspaden die gebouwen verbinden. Bij LAB42 loopt dit netwerk letterlijk dwars door het gebouw, waardoor het gebouw een vanzelfsprekend onderdeel van het openbaar netwerk wordt. Onze opvatting is dat je met een gebouw geen openbare ruimte moet wegnemen maar juist moet toevoegen."

Concentratie of samenwerken
Het gebouw moest aan vijf speerpunten voldoen: het moest slim en aanpasbaar zijn, inspirerend, duurzaam en gezond. Slim is bijvoorbeeld om per onderzoeksgebied gedeelde werkplekken te maken. Joost: ”Het gebouw kent een diversiteit aan plekken om samen te werken, te ontmoeten of geconcentreerd te werken. De wetenschap vraagt om ruimten met rust, focus en stabiliteit. Daarnaast zijn er ruimten waar studenten en het bedrijfsleven elkaar ontmoeten en geprikkeld worden om samen te werken en kennis te delen. Het gebouw bestaat uit een aantal lagen; ik vergelijk het wel met uienringen, waarbij de plekken om te leren en te concentreren aan de rand liggen en in het hart ontmoeting én ontdekking zijn ondergebracht."

Focus op de eindgebruikers
Het team van Drees & Sommer ondersteunde de universiteit met de continue controle op en advies over kwaliteit, planning en budgetten tijdens de ontwikkeling en realisatie van LAB42. Michel van Gageldonk en Rik Ter Haar van Drees & Sommer blikken terug. “Bij een opgave als deze, met veel betrokken partijen en belanghebbenden met ieder hun eigen wensen en eisen – zijn wij de gebruikerswensen al in een vroeg stadium gaan managen zodat programmatische wijzigingen tijdens de uitvoering zoveel mogelijk beperkt zijn gebleven. Zo hebben we een gebouw gerealiseerd naar de wensen van de verschillende gebruikers.”

Slim bouwen met BIM
Rik zoomt in op de realisatie van het gebouw. “Het is een overzichtelijk gebouw met een op zichzelf staande, modulaire staalconstructie, vloeren ertussen en dan wanden en plafonds en dan ben je er. Maar dan komen de installaties; hoofdzakelijk prefab op afstand gemaakt en ter plaatse geassembleerd. Installaties, zeker bij duurzame gebouwen, worden steeds ingewikkelder en vormen al snel 40% van de investeringen. En de bouwtijd van 18 maanden was een harde deadline. Het gehele team heeft met het 3D uitgewerkte ontwerp in BIM (Building Information Model) continu gezocht naar planoptimalisaties, naar eenvoudige en slimme oplossingen voor de uitdagingen die we tijdens het proces tegenkwamen. Met een continue focus op de kosten is het gelukt om veel optimalisaties nog voor de start van de uitvoering door te voeren en daarbij zowel de doelstellingen en ambities als de strakke tijdsplanning te halen.

Meedenken
“Het voordeel van het modulaire concept is dat het gedurende het proces eenvoudig was om componenten te vervangen terwijl het architectonische concept en de (duurzaamheids-) doelstellingen van de UvA gewoon overeind bleven”, vertelt Michel. “In samenwerking met de aannemer is bijvoorbeeld de gevel vereenvoudigd tot aluminium gevelelementen met een bekleding van keramiek en pv-panelen. De bedachte circulaire vloer kon niet worden uitgevoerd. De aannemer kwam met een eigen oplossing, die net zo circulair was. Slim bouwen is zéker ook dat alle partijen innovatief meedenken.” Rik voegt toe: “Het grote voordeel van BIM is dat je virtueel het gebouw al min of meer realiseert en de praktische uitvoering nagenoeg foutloos gaat. Door het werken met BIM kun je samen met alle betrokken partijen de juiste dingen op de juiste momenten doen en gezamenlijk zoeken naar optimale en goed uitvoerbare oplossingen.”

Slimme data voor gebouwbeheer en wetenschap
“Een duurzaam gebouw met complexe installaties wil je goed kunnen besturen en beheren”, vervolgt Michel. “Van tevoren moet je eigenlijk al weten hoe je het wilt inregelen en wilt gaan gebruiken.” In de praktijk is het gedrag van de gebruikers lastig te voorspellen. Iedereen verlangt iets anders van een installatie en ruimte. Marlies: “We zijn nu al zaken aan het inroosteren die eerder anders bedacht waren. Het slimme van dit gebouw zit in de data die het gebouw genereert. Die data kun je gebruiken om het gebouw optimaal te beheren, maar ook voor wetenschappelijk onderzoek. Het gebouw levert een immense hoeveelheid data waar de wetenschap iets mee kan doen.”

Hoge kwaliteit- en milieuprestatie
Eén van de bijzonderheden in dit project is het streven van de UvA naar een zeer hoge kwaliteit en milieuprestatie. Ook bij de aannemersselectie waren de duurzaamheidsambities van de UvA een belangrijk uitgangspunt. “Het team van Drees & Sommer heeft bij de selectie getoetst of LAB42 aan de kwaliteits- en duurzaamheidseisen van de universiteit voldeed”, vertelt Rik. “Onder meer het vele groen in het gebouw, de pv-panelen, het grijswatergebruik en de mos sedum-dakbedekking zorgen ervoor dat LAB42 een duurzaam en gezond gebouw is met een comfortabel binnenklimaat. Daarbij speelde circulariteit een belangrijke rol. Het gebouw is volledig losmaakbaar en er zijn veel gerecyclede materialen toegepast, van beton en aluminium tot vloerbedekking.”

Materialen
Marlies: “In 2018 begonnen we met circulair denken, maar we zijn daar nu al veel verder in. De UvA heeft meer vastgoed in de stad en we zijn dus zelf donor van veel bouwmaterialen. Het is daarom belangrijk om te weten welke gebouwen je wilt aanpakken en hoe je vervolgens de stroom materialen op gang brengt.” Rik vervolgt: “In dit gebouw is het materiaalgebruik geoptimaliseerd, evenals de afvalstromen. Het BIM-model met daarin alle toegepaste materialen voedt Madaster (het materialenkadaster). Zo is er altijd een overzicht van aanwezige (en bij demontage bruikbare) materialen. Dit kan de afdeling Facility Services van de UvA helpen bij het plannen van onderhoud of vervanging.”

Op tijd
Marlies: “Alle partners hebben het programma van eisen goed vertaald en zijn dicht bij de uitgangspunten gebleven. Dat is bij zo’n complexe opgave een compliment waard. Het ontwerp- en uitvoeringsproces
is in een sneltreinvaart gegaan, waarbij de lat hoog lag en iedereen bereid was naar elkaar te luisteren en samen te werken. Drees & Sommer heeft daarin goed gestuurd en een duidelijke coördinerende functie
vervuld. De synergie was ook noodzaak om het in een jaar tijd voor elkaar te krijgen.” Rik: “Wij waren vanuit de opdrachtgever aanspreekpunt gedurende de hele bouwperiode.” Met een glimlach voegt hij toe: “De aannemer gaf aan dat hij in dit project geen stress ervaren heeft. Dankzij de goede samenwerking en met oog voor de belangen van alle betrokken partijen is het gelukt om, volgens planning, het gebouw dit collegejaar in gebruik te kunnen nemen! De start van het collegejaar is nou eenmaal de start van het collegejaar. Daarover valt niet te twisten.”

Meer informatie over de opdracht voor LAB42/UvA

Lees verder