Investeerders, beleggers en gebouweigenaren leggen zich toe op de circulaire economie, uit intrinsieke motivatie – om de wereld een beetje beter te maken – maar ook omdat ze er terecht een lucratief businessmodel in zien. Nu gebeurt dat veelal uit vrije wil, maar de Europese wetgeving op dit gebied wordt steeds strenger. Stapsgewijs wordt de EU Taxonomie ingevoerd, een transparant classificatiesysteem voor investeringen. Dat heeft ook grote impact op de bouw- en vastgoedsector. Drees & Sommer biedt inzicht met de EU Taxonomy Assessment.
Hoeveel kapitaal in groene categorie
Hoe maak je een containerbegrip als duurzaamheid in de vastgoedbranche concreet en meetbaar? Hoe groen zijn de investeringen die je doet nu precies? En vooral: hoe kun je als vastgoedbelegger de circulaire economie omarmen en zelfs versnellen? ‘Het doel van de EU Taxonomie is om objectief te kunnen vaststellen wat écht duurzaam is en wat niet,’ legt Elger Groenland uit. Hij is Head Of Real Estate Consulting bij Drees & Sommer Netherlands. ‘Dat gebeurt op basis van KPI’s waar een gebouw aan moet voldoen, of nog aan moet gaan voldoen. Er zijn meerdere instrumenten om de KPI’s te onderzoeken en de resultaten vast te leggen. Dat gaat verder dan een stukje sustainability in het jaarverslag. Vastgoedfinanciers gaan in de toekomst afgerekend worden op hoeveel procent van hun uitstaand kapitaal in een groene categorie valt. Daarvoor heb je dan een set van definities nodig. De EU Taxonomie is bedoeld om een kwantitatief oordeel te geven aan groene investeringen.'
Compliant aan de EU Taxonomie
Drees & Sommer adviseert om nu al zoveel mogelijk in te spelen op veranderende wet- en regelgeving die met deze EU Taxonomie verband houdt. 'De combinatie van producten en diensten van ons als Drees & Sommer samen met EPEA en Madaster geeft vastgoedeigenaren inzicht en bewijslast richting een investeerder. Dat is wat we doen: aan investeerders, beleggers, ontwikkelaars en producenten duidelijk maken in hoeverre een project compliant is of kan worden aan de EU Taxonomie. Zodat ze per gebouw, wijk, gebied en project objectief kunnen vaststellen wat duurzaam is en wat niet.'
Financiele restwaarde
Madaster is een platform dat dient als regie-instrument. Binnen Madaster kunnen de in een gebouw gebruikte materialen en producten worden geregistreerd. De registratie biedt inzicht in onder meer CO2, de circulariteit, de toxiciteit, de losmaakbaarheid en, last but not least, de financiële restwaarde van de materialen van een gebouw. Daarmee ontstaat een overdraagbaar, digitaal gebouwdossier. Madaster is niet alleen een registratieplatform, maar zeker ook een instrument waarmee je gedurende de gehele levensduur van het gebouw kunt monitoren en sturen, op basis van gevalideerde data. Voor die gevalideerde data is EPEA verantwoordelijk, de dochteronderneming van Drees & Sommer die over enorm veel kennis beschikt van onder andere producten en materialen toegepast in gebouwen. Met Cradle to Cradle® en de circulaire economie als leidraad.
Circulair bouwen
'EPEA en wij allemaal geloven in circulariteit: van molecuul tot gebouw tot metropool en uiteindelijk weer terug naar molecuul. Een gebouw met een dergelijke positieve footprint heeft op tal van manieren meerwaarde. Denk aan nieuwe verdienmodellen, door hogere verkoop- en verhuurprijzen. Maar denk ook aan wat een gezonde werkomgeving indirect kan opleveren, zoals in de vorm van lagere verzuimkosten. Precies op die manier werkt de EU Taxonomie, het waardeert gebouwen op hun positieve duurzame bijdrage in de toekomst,' zegt Groenland.